Volleyballen iets voor jou? 
Geef je op voor 3 x gratis trainen, Info over lidmaatschapLid worden

Geef je op voor Court crew H1/D1

 

 

 

 

 

 

 

Bestel je pizza voor Super Saturday! 

 

 

 

Volleyballen iets voor jou? 
Flyer (2 t/m 18 jaar)

 

 

 

 

 

 

Ja, ik kom ook naar het wereldcafé ledenraadpleging op woensdag 31 oktober 


 

 

Kom naar het eindfeest op zaterdag 21 april! 

 

 

 

 

 

Laatste Super Saturday op 7 april, bestel een Domino's pizza

 

 

 

 

Nieuw voor peuters en kleuters:
nijntje Beweegdiploma en Sportspeeltuin

 

 

Positief!

Lees verder of bekijk de filmpjes als jij de vereniging en je leven een positieve boost wilt geven!

 

Hoe gaan we binnen de vereniging met elkaar om? Geven we elkaar weleens complimenten? Leggen we soms niet te veel nadruk op wat niet goed gaat en vinden we dat wat wel goed gaat al vanzelfsprekend?
'Positief coachen' geeft je handvatten hoe we met elkaar om kunnen gaan. Het wordt niet alleen leuker, maar ook de prestaties zullen nog beter worden.

De tekst hieronder en de filmpjes gaan in op de relatie tussen coach en speler, maar de principes zijn ook van toepassing als je kaderlid, vrijwilliger, kind, ouder, leraar, leerling, partner, werknemer, werkgever etc. bent.



Wat is positief coachen?

Met positief coachen help je sporters prestaties neer te zetten door ze positieve impulsen te geven. Je werkt aan de sleutelbegrippen plezier (sfeer) en zelfvertrouwen. Naast opbouwende kritiek is het vooral de kunst om vooral datgene te benoemen wat WEL goed gaat!

Een positieve coach

  • Is optimistisch en laat dat blijken
  • Legt het accent op ontwikkeling in plaats van het resultaat
  • Geeft complimenten, eerlijk en oprecht
  • Geeft veel aanmoedigingen

Door dit alles ontstaat er een positieve sfeer waarin spelers zich prettig voelen en zich goed ontwikkelen.

Vooroordelen

Er bestaan nogal wat vooroordelen over positief coachen. Zo zou het erg makkelijk zijn. In de praktijk blijkt echter negatief zijn veel makkelijker. Verder is het zo dat je niet altijd positief hoeft te zijn. Als een team niet goed speelt ga je natuurlijk niet zeggen dat het allemaal goed gaat. Kritiek mag dus zeker wel als positieve coach (moet zelfs), alleen de verpakking is daarbij wel belangrijk!

Positief coachen zou ook "watjes" van spelers maken. Niets is minder waar. Door positief coachen zie je spelers groeien en bereik je meer resultaat.

Winnen is en blijft belangrijk, maar bij positief coachen gaat het om 2 soorten winnen, als sporter maar ook als persoon. Feit is dat positief coachen leidt tot minder zogenaamde drop-outs.

Er gaan miljoenen kinderen georganiseerd sporten maar tegen de puberteit is inmiddels 75% al weer afgehaakt!

De praktijk

Door positief coachen ontstaat er in en rond een team een cultuur waarin spelers zich prettig voelen en gaan groeien.

Door positief coachen leer je spelers wat de geest is van het spel en respect te tonen voor zowel de tegenstander als de scheidsrechter, wat er ook gebeurt! Je leer spelers vooral met zichzelf bezig te zijn en elkaar binnen het team te helpen.

Winnen wordt door een positieve coach gezien als resultaat. De coach laat zijn/haar spelers vooral te focussen op wat ze zelf moeten doen; daar heeft de spelers immers controle over en dat leidt tot meer zelfvertrouwen (en dus resultaat). Met andere woorden, de coach is in plaats van resultaatgericht taakgericht.

 

Klassieke coachen focussen juist WEL op resultaat, willen winnen ten koste van alles. Ze laten hun emoties (verbaal en non-verbaal) zien, en letten vooral op datgene wat NIET goed gaat. Kritiek wordt ongezouten gegeven en binnen de groep wordt op de persoon gespeeld. Vaak zie je bij zo'n coach een dieperliggende vraag of hij/zij er zelf wel goed van af zal komen.

Nieuw evenwicht

Positief coachen zorgt weer voor een nieuw evenwicht. We zijn in onze cultuur doorgeslagen naar de negatieve kant, we focussen vooral op de dingen die niet goed gaan. Kijk maar eens naar het nieuws in het journaal. Zien we nog wel positief nieuws? Wat dat betreft is het jeugdjournaal precies het omgekeerde! Door juist bij coachen de goede dingen te benoemen werk je aan een nieuw evenwicht.

Waar we ook goed in zijn is het benoemen wat je allemaal NIET moet doen. Hoe vaak wordt er tegen een ploeg gezegd : zorg er voor dat je NIET veel fouten maakt, of zorg er voor dat de tegenstander na rust NIET gelijk scoort. In deze gevallen overwint de angst om het fout te doen het van de wens om het goed te doen!

Wat je je daarbij moet realiseren is dat je vaak het tegenovergestelde bereikt, omdat onze hersenen het woordje NIET niet kennen. Als ik aangeef dat je NIET aan een roze olifant moet denken,wat gebeurt er dan ? Juist!!

Plezier

Plezier is essentieel voor het goed functioneren van sporters, teams en voor het bereiken van resultaat. Vraag maar eens naar de mooiste ervaringen van een sporter en hij/zij zal waarschijnlijk niet aangeven het winnen van een gouden medaille maar het meelopen bij de opening van de spelen!

Het waterpoloteam dat bij de laatste Olympische Spelen goud won gaf als eerste antwoord op de vraag wat de mooiste ervaring was een avond dat ze met het team zouden gaan bowlen maar uiteindelijk dat niet mochten gaan doen en toen in het hotel op een gang met waterflesjes zelf een bowlingbaan maakten en daar veel plezier aan beleefden.

Ga voor jezelf maar eens na wat jouw mooiste ervaring was.

Dat plezier belangrijk is en ook aantrekt/inspireert (en tot resultaat ) zie je aan het verhaal van Pike Place Vismarkt in Seattle. Kijk maar eens op youtube, genoeg mooie filmpjes over deze beroemde viskraam.

 

 

Belonen vs. straffen

We weten allemaal dat belonen beter werkt dan straffen, maar we gebruiken het NIET of nauwelijks. Of we belonen het resultaat in plaats van het gedrag of de taak (belonen van de doelpuntenmaker door een ouder met geld is zo'n verkeerde manier van belonen).

Bij straf ben je met effecten bezig en werk je gedrag in de hand om straf te ontlopen. Bijvoorbeeld een trajectcontrole op een autosnelweg. De automobilist weet exact waar de camera's hangen (altijd een eindje na aankondiging van de max. snelheid) en remt vlak voor de camera's af en geeft weer gas na de laatste camera's (bord met einde max volgt enige tijd later meestal).

Met belonen bevorder je goed gedrag. Denk maar aan het trainen van dolfijnen.

Zie ook de tool "speler van de dag" onder het hoofdstuk Tools.

 

 

2 belangrijke uitgangspunten

Bij het positief coachen zijn de volgende uitgangspunten cruciaal :

  1. Denk taakgericht in plaats van resultaatgericht. Winnen wil iedereen, maar als je wilt winnen moet je het vooral niet over winnen (het resultaat) hebben. Praat vooral over hoe de taken moeten worden uitgevoerd, over het proces. Bovendien, winnen heb je zelf niet onder controle. tegenstanders, het weer, de scheidsrechter, de ondergrond, etc etc hebben daar invloed op! Er is een mooie spreuk : "Als je alleen maar naar het scorebord kijkt en niet naar de bal win je de wedstrijd niet!"
  2. Benoem vooral wat goed gaat! Natuurlijk mag je het ook hebben over iets dat niet goed gaat, maar denk daarbij aan een goede presentatie (verpakking). Kunst is om bij het constateren van iets dat niet goed gaat even een stap terug te doen (hierdoor kom je even uit de emotie van het moment), naar het grote geheel te kijken, hieruit een positief punt te pakken en daarmee te beginnen. Vervolgens benoem je datgene dat niet goed gaat (en geeft aan hoe het anders zou kunnen) en sluit weer positief af!

     

    De Emo-tank

    Iedereen beschikt over een emotionele tank. mensen met een lege tank, zijn vaak pessimistisch, vertonen gedragsproblemen, hebben een negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen en zijn moeilijk coachbaar. Vergelijk het maar met een auto. Als de tank leeg of bijna leeg is, hoe ver denk je dan te komen.

    Mensen met een volle emo-tank zijn energiek, willen er voor gaan, zijn optimistisch en barsten van het zelfvertrouwen.

    Hoe wij (coaches/medespelers/ouders) een speler behandelen bepaalt of wij de tank aan het vullen of legen zijn. Positief gedrag (kritiek/feedback) vult de tank en negatief gedrag leegt diezelfde tank.

    Hierbij moet je je realiseren dat de juiste verhouding tussen positieve en negatieve kritiek 5: 1 is.

    Met andere woorden tegenover 1 negatieve uitlating zul je er 5 positieve tegenover moeten stellen.

    De emo-tank kun je vullen

    • Prijzen - oprecht en specifiek. Specifiek, zodat ze weten wat ze steeds moeten blijven doen. Vb. Je gaf de bal prima aan!.
    • Waardering - Er is geen mens of team dat last heeft van teveel waardering! Vb. Bedankt …, fijn dat je. Wat ging dat goed, zeg.
    • Zien - Zorg dat jouw spelers door jou gezien worden. Ook de minder opvallende!Vb. Mooi dat je er weer bent. En…, heb je er zin in?
    • Luisteren – Gesprekken in de teambespreking zijn soms beter dan alleen maar eenrichtingsverkeer van de coach. Coaches die tijd nemen om te luisteren naar hun spelers vullen de Emo-tank! Dit kan heel goed bij de warming-up of het stretchen. Vraag gewoon maar eens hoe ze zich voelen.
    • Non-verbale communicatie – Lachen, jaknikken. Ga als coach eens bij jezelf na. Wanneer je iets aan het uitleggen bent, vind je het prettig – ook al is het er maar één –wanneer iemand je toeknikt en toelacht. Het vult je Emo-tank.

    Maak van de bovenstaande technieken de negatieve variant en je hebt een handleiding hoe je de Emo-tank leegt. En dat is dus sneller gebeurd dat vullen!

    Fouten en teamrituelen

    Een van de belangrijke elementen van positief coachen is het durven maken van fouten! Belangrijk is dat je fouten gebruikt om er van te leren. je moet je wel realiseren dat een speler die een fout maakt in eerste instantie een negatief gevoel krijgt. Ook de reflex van de omgeving (medespelers, publiek, ouders, e.d.) zal niet altijd positief zijn. Aan de andere kant moeten we ons realiseren dat het durven maken van fouten altijd nog beter is dan het risicoloos (en dus vaak met minder resultaat) spelen.

    Het is belangrijk om niet lang stil te blijven staan bij een fout omdat dat niemand iets oplevert. Teams die hier goed mee om kunnen gaan zijn ooit begonnen met het afspreken van een bepaald ritueel na een fout, bijvoorbeeld een gebaar dat duidt op het doortrekken van een wc.

    Met zo’n gebaar maak je symbolisch duidelijk dat het bij jou oké is om fouten te maken (want daar leren je spelers van en dus gaan ze beter spelen!).

    Laat je team zelf het ritueel bedenken, dat werkt het krachtigst.

    Coachen doe je samen

    Dat is de titel van een boek van Marc Lammers (aanrader) maar ook een slogan in het kader van positief coachen.

    Wat statements:

    • Gebruik de kracht van de groep. Oplossingen die door de groep zijn bedacht zijn dubbel zo krachtig als de oplossingen die jij als coach al voor ze bedacht hebt!
    • Steek meer energie in de sterke punten van spelers, probeer die meer en beter te benutten. Veel aandacht aan de zwakke punten leidt tot onzekerheid , minder zelfvertrouwen en leidt tot eenheidsworst, en minder resultaat. Een hond kan je proberen te laten miauwen maar uiteindelijk wordt het toch nooit wat! Verhouding werken aan zwakke/sterke punten : 25% - 75%.
    • Stel zoveel mogelijk open vragen aan spelers (bv. bij bedenken tactiek of oplossingen). Dat zijn dus zijn dus vragen die beginnen met Wat, Wanneer, Waar, Wie, Hoe, Hoeveel, Hoevaak. Wij trainers willen vaak te veel dingen opleggen i.p.v. het eigen initiatief van de speelsters te vergroten. Pas op met WAAROM vragen, risico is dat een speler hiermee in de verdediging schiet!
    • Realiseer je het volgende : spelers onthouden 10% van wat ze horen, 35% van wat ze zien, 55% van wat ze horen en zien, 70% van wat ze zelf zeggen, 90% van wat ze zelf zeggen en doen. Zorg er dus voor dat je de spelers zelf laat nadenken en laat praten. Dit kan heel goed met open vragen stellen. Vragen waar ze geen Ja of Nee kunnen beantwoorden.
    • Onderschat de kracht van non-verbale communicatie niet. Een gebaar zegt vaak meer dan 10 woorden, zowel aan de positieve als ook aan de negatieve kant!
    • Laat je coachen door je spelers. Zij komen met verbeterpunten die belangrijk voor je kunnen zijn . Geef vaker in dit kader een compliment. Spelers krijgen dan meer zelfvertrouwen. De drempel wordt dan ook automatisch wat lager voor hen om kritiek te geven. Bedank ze voor de kritiek. Want je kunt er altijd iets mee, mits je jezelf wilt verbeteren.

     

     

    Positief coachen is …

    • Ruimte geven om fouten te maken

    • Samen coachen

    • Constructief coachen, niet benadrukken wat fout ging, maar wat beter kan!

    • Spelers niet met elkaar vergelijken

    • Vooral het hebben over wat er goed gaat

    • Focussen op taken in plaats van resultaten

    Concentreer je niet op winnen, maar op ontwikkeling. Als je winnen vooropstelt maak je de verkeerde keuzes en let je teveel op wat er NIET goed gaat!

     

     

    Kindvriendelijk kritiek geven

    Natuurlijk is er binnen positief coachen ook ruimte voor kritiek. Daarbij zijn er wel een aantal belangrijke spelregels. Overigens, kunnen deze ook prima gelden bij volwassenen!

    1. Vermijd ongeschikte momenten. Bijvoorbeeld vlak na een wedstrijd als er nog teveel emotie is.
    2. Altijd onder 4 ogen! Dus nooit persoonlijke kritiek in de groep!
    3. Vraag toestemming! Op deze manier zorg je er voor dat iemand zich openstelt voor de kritiek. Bijvoorbeeld door te zeggen : "Ik heb wat gezien in de wedstrijd, zullen we het er even over hebben? "
    4. Gebruik een "als…dan"-vorm. Deze formule dwingt je constructief te denken. Na "als" komt namelijk wat je van een speler wilt zien of wat hij moet doen (hier proberen het woord NIET te vermijden) en na "dan" komt het resultaat dat je verwacht als de speler de aanwijzing (de "als") opvolgt. Door het effect te benadrukken verhoog je de acceptatie!

       

    Tools positief coachen

    1. Kijk vooral naar wat er wél goed gaat en beschouw de goede dingen niet als vanzelfsprekend, maar benoem ze expliciet: vul de ‘emo-tank’ van je spelers door véél complimenten te geven, eerlijk, gemeend en concreet.
    2. Praat bij een wedstrijd niet over de gevolgen van wat je spelers moeten gaan doen (punten maken, winnen, kampioen worden, etc.) maar over wat zij zelf moeten doen en over je uiterste best doen, leren, vooruitgang, etc. Dus: wees ‘taakgericht’ in plaats van resultaatgericht.
    3. Beloon inspanning’ in plaats van resultaat, bijv. hard werken in plaats van punten halen, en zorg dat de beloning symbolisch is. (En bedenk ‘stretchdoelstellingen’, dat zijn doelstellingen die iets verder gaan dan wat je spelers al kunnen, maar toch haalbaar zijn. Als het even kan: meetbaar!) Laat een ouder die een team wil belonen als ze winnen het team belonen als hij vindt dat ze met zijn allen hun uiterste best gedaan hebben!
    4. Bedenk een ‘foutenritueel’ voor jouw spelers of groep, zodat je symbolisch duidelijk maakt dat het bij jou oké is om fouten te maken (want daar leren je spelers van en dus gaan ze beter spelen!).
    5. Maak een ‘positieve punten kaart’: schrijf de namen van de spelers van jouw groep op en noteer tijdens een wedstrijddag bij iedere naam drie positieve punten (en je weet: eerlijk en concreet!). Dit dwingt je om vooral te kijken naar wat er wél goed gaat. En geeft je de kans om bij een nabespreking over iedereen iets positiefs te zeggen, ook de spelers die niet zo opvallen. Leuk om dit ook eens te laten doen door die ouder die altijd met kritische noten langs de lijn staat!!
    6. Stel een ‘cultuurbewaker’ aan binnen de groep ouders van jouw spelers, die langs de lijn de andere vaders en moeders kan aanspreken op hun gedrag en zorgt dat ook de supporters vooral positief zijn (juist ook als het spannend is of het niet zo goed gaat!).
    7. Breng kritiek zoveel mogelijk in deze vorm: geef een constructieve aanwijzing (lees: vertel niet wat er niet goed ging maar wat de sporter de volgende keer beter kan doen) en geef als het even kan zowel daarvoor als daarna positieve impulsen. De ‘kritiek-sandwich’! (Gebruik daarbij de ‘als-dan-redenatie’, zodat je eigenlijk gedwongen wordt om de kritiek constructief te brengen én niet vergeet om te vertellen wat het gevolg is zodat de acceptatie hoger is.)
    8. Roep een irritante jongen of irritant meisje uit tot ‘sporter van de dag’: negeer zijn of haar slechte gedrag volledig (zolang er tenminste geen gevaar dreigt voor hemzelf of zijn omgeving) en zodra je iets goeds ziet, hoe klein ook, zeg je dat onmiddellijk.
    9. Achterhaal de ‘drijfveren’ van je spelers: ga individueel met ze in gesprek over wat ze leuk vinden aan korfbal en waarom ze bijvoorbeeld naar de wedstrijden komen, en pas jouw communicatie met je spelers daar op aan.
    10. Stel vaak ‘open vragen’ (zoals: ‘Wat zou je de volgende keer anders kunnen doen?’)

Bron: